Synoniemen zoeken
Geen resultaten voor voertuig
![Groot Synoniemenwoordenboek](https://www.ensie.nl/media/cache/small/img/user.png)
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
voertuig
voertuig - vervoermiddel met een of meer wielen, waarmee men over wegen of terreinen rijdt. Een fiets (zie aldaar) heeft in de regel twee wielen en wordt voortbewogen met pedalen. Bakfietsen hebben drie wielen, men beweegt ze voort met pedalen of met een motor; aan de voorkant is een grote bak bevestigd voor de vracht. Eén persoon kan zich verplaatsen in een sulky, een voertuig met twee wielen, dat wordt getrokken door een paard. Kinderen rijden op een (tweewielige) step of autoped; het kind staat met zijn ene been op een plankje, terwijl het met het andere been afzet om snelheid te krijgen. Elk voertuig met drie wielen noemt men een driewieler. Kruiwagens hebben maar één wiel; hiermee vervoert men materiaal over korte afstanden. De wagen (zie aldaar) kan wel of geen motor hebben, maar heeft in elk geval twee of vier wielen. Twee of meer wielen - én een ingebouwde motor - heeft een motorvoertuig (zie aldaar); het wordt over de straat of de weg voortbewogen. Oplegger is synoniem met trailer en duidt een voertuig aan met twee of vier wielen dat aan een truck wordt gekoppeld en deels door de truck wordt gedragen. Met een amfibievoertuig kan men zich zowel over land als over water verplaatsen, zonder dat men bij de overgang van het een naar het ander ingrijpende maatregelen hoeft te nemen. Met gevechtsvoertuigen worden daadwerkelijk gevechten gevoerd; wanneer er sprake is van zware bewapening en bepantsering, en wanneer het voertuig zich met rupsbanden voortbeweegt, spreken we van een tank; amfibietanks kunnen op het land en in het water gebruikt worden. Een voertuig waarover men zich met minachting uitlaat, heet een vehikel; een rammelkast is een oud en krakkemikkig vehikel.
Zie: vervoermiddel.
![Muiswerk Educatief](https://www.ensie.nl/media/cache/small/uploads/profile/65369f3b233af662205018.png)
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
voertuig
voertuig - zelfstandig naamwoord
uitspraak: voer-tuig
1. toestel dat personen of goederen vervoert
♢ een auto is een voertuig
Zelfstandig naamwoord: voer-tuig
het voertuig
de voertuigen
het voertuigje