Synoniemen zoeken
Synoniem van vissen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vissen
vissen - vis (proberen te) vangen met een hengel, net, beug, enzovoort. Korren geschiedt met een korre, beugen met een beug, schakelen met een schakelnet, treilen met een trawlnet en hengelen of met de haak vissen met een hengel. Bij hengelen is een voorzetselbepaling met 'naar' mogelijk: 'hengelen naar snoek'. Zonder voorzetselbepaling betreffende de vissoort gebruiken we snoeken (hengelen naar snoek) en baarzen (hengelen naar baars). Vliegvissen komt alleen als onbepaalde wijs voor; bij deze vorm van vissen gebruikt men een vlieg of kunstvlieg als aas.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vissen
vissen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vis-sen
1. vis uit het water proberen te halen
♢ de visser viste op paling
2. erachter proberen te komen
♢ hij zat te vissen naar wat er precies gebeurd was
1. vissen naar een complimenten
[proberen dat te krijgen]
Regelmatig werkwoord: vis-sen
ik vis
jij/u vist
hij/zij vist
wij/zij/jullie vissen
ik/jij/u/hij/zij viste
wij/zij/jullie visten
hij heeft gevist
vissend, vissende