Synoniemen zoeken
Synoniem van vaan
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Vaan
Veld- of legerteeken. Banier heette in de middeleeuwen het veldteeken van den baanderheer, den edelman, die het recht had in het leger van zijn leenheer een eigen vaandel te voeren; thans wordt het meestal gebruikt voor een doek met zinspreuk of wapen, dat aan een dwarsstok bevestigd is, welke aan den draagstok hangt. Vaan beteekende oorspronkelijk niet anders dan doek, en is, evenals vaandel, een stuk doek met een teeken of bepaalde kleuren aan een draagstok. Eene vlag is een stuk doek van lichte gekleurde stof, dat, aan eene stang gehecht, als vreugdeteeken uitgestoken wordt, of door welker kleuren en teekens men aan anderen op grooten afstand seinen kan geven. Dikwijls worden vaandel en vlag voor elkaar gebruikt, doch nooit in uitdrukkingen als de witte vlag vertoonen. Standaard was oorspronkelijk een veldteeken zonder doek. Tusschen de vijf woorden bestaat thans alleen dit verschil, dat banier en vaan dichterlijke uitdrukkingen zijn, en dat vaandel meer van eene vaan bij het voetvolk, standaard van eene ruitervaan gebezigd wordt, terwijl in de scheepstaal alleen van vlaggen sprake is. '
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vaan
vaan - zelfstandig naamwoord
1. vlag met een voorstelling erop
♢ op de vaak stond een afbeelding van Sint Christoffel
2. lange, smalle strook stof die als versiering bovenaan een vlag zit
♢ aan de vlaggenstok wapperde een rood-wit-blauwe vlag en een oranje vaan
Zelfstandig naamwoord: vaan
de vaan
de vanen
het vaantje
Synoniemen
vaandel, wimpel