Synoniemen zoeken
Synoniem van uitputten
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Uitputten
Verminde¬ring van krachten teweegbrengen. Ontstaat deze vermindering tengevolge van zwaren of langdurigen arbeid, dan is men vermoeid; ontstaat door de vermoeienis uitputting der krachten van het lichaam of van den geest, dan is men afgemat. Te zware inspanning, maar vooral gebrek, ziekte en geeste¬lijke kwellingen matten af. Uitputting is een hooge graad van vermoeid¬heid of afmatting; het geheel verbruiken als het ware van de hoeveelheid kracht, waarmee het lichaam of de geest toegerust is. Wie vermoeid of zelfs afgemat is, zou zijn werk desnoods nog kunnen voortzetten, wie uitgeput is, ziet zich gedwongen het althans voorloopig te staken. Figuurlijk: iemands geduld uitputten = maken dat hij al zijn geduld verliest. Zich afsloven onderstelt niet alleen eene zeer sterke, maar ook eene langdurige afmattende inspanning.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
uitputten
uitputten - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-put-ten
1. het helemaal opmaken
♢ mijn geduld is uitgeput
2. hem van al zijn krachten beroven
♢ zo'n lange wandeling put je wel uit hoor!
3. iets op een overdreven manier doen
♢ hij putte zich uit in excuses
Regelmatig werkwoord: uit-put-ten
ik put uit (... ik uitput)
jij/u put uit (... jij uitput)
hij/zij put uit (... hij uitput)
wij/zij/jullie putten uit (... wij uitputten)
ik/jij/u/hij/zij putte uit (... ik uitputte)
wij/zij/jullie putten uit (... wij uitputten)
hij heeft uitgeput
de/het/een uitgeputte ....
uitputtend, uitputtende