Synoniemen zoeken
Synoniem van staat
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
staat
staat[/b] - door een soeverein gezag geregeerde gemeenschap op een bepaald grondgebied. Staten uit vroeger tijd heten ook rijken: het Romeinse Rijk. Andere synoniemen: land, natie en mogendheid. Een eenheidsstaat (bijvoorbeeld Frankrijk) is niet in autonome gebieden verdeeld. De deelstaten van een bondsstaat ontlenen hun bevoegdheden aan het centrale gezag (zoals bij de Bondsrepubliek). De statenbond of confederatie ontleent zijn bevoegdheden aan de deelnemende staten of gewesten (bijvoorbeeld de Republiek der Verenigde Nederlanden). Bij een democratie is sprake van een zekere mate van volksraadpleging, spreiding van de staatsmacht over verschillende organen, en meerdere politieke partijen. Het staatshoofd van een republiek is niet een vorst, dat van een monarchie (zie aldaar) wel. Een volksdemocratie is een republiek waarin één (communistische) partij aan de macht is. In een aristocratie hebben aristocraten de leiding. Het staatshoofd van een autocratie verenigt de volledige wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht in zich; in een dictatuur is een dictator het staatshoofd (zonder erfopvolging). Gebiedsdelen in verscheidene werelddelen horen bij een imperium, wereldrijk of wereldmacht. Binnen het Britse Gemenebest zijn er onafhankelijke dominions. Een kroonkolonie - ook deel van het Britse Gemenebest - is niet onafhankelijk. Organisaties als de EG en de EVA bestaan uit lidstaten. De buitenlandse aangelegenheden van een protectoraat, vazalstaat, vazal of satellietstaat worden in grote lijnen behandeld door een grotere staat. Een zeemacht, zeemogendheid of zeenatie bezit een oorlogsvloot.
Zie: gemeenschap.
Zie: regeringsvorm.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Staat
Land ziet op de staalkundige grenzen der oppervlakte; staat op de maatschappelijke vereeniging der inwoners; rijk noemt men alleen een staat in zooverre de inwoners door een vorst geregeerd worden, gebied in zooverre een geregeld bestuur over eene zekere uitgestrektheid gronds zijn gezag doet gelden.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
staat
staat - zelfstandig naamwoord
1. gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering
♢ dit is een bedrijf van de staat
2. hoe iets of iemand is
♢ het gebouw is in zijn oude staat hersteld
1. in staat van opwinding
[erg opgewonden]
2. de auto is nog in goede staat
[hij is nog goed]
3. de staat van beleg
[het gezag is in handen van de militairen]
4. de echtelijke staat
[het getrouwd zijn]
5. in gezegende staat zijn
[zwanger zijn]
6. in alle staten zijn
[heel erg opgewonden]
7. in staat zijn
[het kunnen]
8. tot alles in staat zijn
[zonder nadenken de ergste dingen kunnen doen]
9. de burgerlijke staat
[geeft aan wat iemands handelingsbevoegdheid is]
3. overzicht, lijst
♢ op dit staatje kun je zien wat je verdient
1. zijn staat van dienst
[het overzicht van zijn prestaties]
2. er geen staat op kunnen maken
[niet voorspelbaar zijn]
Algemene uitdrukkingen:
1. hij is in staat om ....
[hij kan het]
2. hij is tot alles in staat
[je kunt alles van hem verwachten]
Zelfstandig naamwoord: staat
de staat
de staten
het staatje
Synoniemen
gesteldheid, land, mogendheid, tabel, toestand