Synoniemen zoeken
Geen resultaten voor spraakklank
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
spraakklank
spraakklank - elk van de klanken waaruit taaluitingen zijn opgebouwd. Synoniemen: foneem of klank. Door de stembanden te laten trillen vormt men een klinker of vocaal; themavocalen of thematische vocalen worden aan de wortel toegevoegd en vormen samen hiermee het thema. Tijdens de realisatie verandert een monoftong niet van klank, in tegenstelling tot een tweeklank of diftong; deze wordt gevormd door het aanzetstuk te veranderen (ei, au). Halfklinkers of halfvocalen worden soms als klinker, soms als medeklinker gehoord (j, w, i, u). Medeklinker (zie aldaar) heet een spraakklank die men vormt door het aanzetstuk te vernauwen of af te sluiten. Uit een explosief en een fricatief bestaat een affricaat (bijvoorbeeld de Duitse z, pf). Bij een click wordt de punt of de zijrand van de tong tegen het gehemelte of het tandvlees aangezogen en daarna losgelaten.
Zie: geluid.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
spraakklank
spraakklank - zelfstandig naamwoord
uitspraak: spraak-klank
1. klank die met het spraakorgaan wordt voortgebracht om je uit te drukken in taal
♢ bij de letter c horen verschillende spraakklanken
Zelfstandig naamwoord: spraak-klank
de spraakklank
de spraakklanken