Synoniemen zoeken
Synoniem van schim
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Schim
Schaduw is de niet verlichte ruimte achter een door licht beschenen voorwerp. Deze donkere ruimte geeft eenigs- zins een beeld van het voorwerp. Waar het gebruikt wordt in betrekking tot den mensch, duidt het het donkere beeld van een menschelijk lichaam aan. Vat men deze figuur als een schijnlichaam op, dan spreekt men van schim. Bang zijn voor zijn eigen schaduw, of voor zijn schim. Hij is slechts schim en schaduw van wat hij vroeger was. Schim krijgt vervolgens de bijgedachte van geest, vooral van een afgestorvene: het rijk der schimmen. Wordt de schim als een vreeswekkende gestalte gedacht, dan draagt zij den naam van spook. Een hersenschim noemt men ook een spook der verbeel¬ding. Voor spoken vreezen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
schim
schim - zelfstandig naamwoord
1. spookachtige figuur, die je niet duidelijk kunt zien
♢ we zagen een schim langs het raam gaan
1. eruitzien als een schim
[er bleek en ongezond uitzien]
Zelfstandig naamwoord: schim
de schim
de schimmen
het schimmetje