Synoniemen zoeken
Synoniem van scheur
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
scheur
scheur - plek waar iets is gescheurd. Een scheur in zacht lichaamsweefsel heet een ruptuur. Haarscheuren zijn zeer fijn. In het oppervlak van iets kan een barst komen. Winkelhaken zijn rechthoekige scheuren in kledingstukken.
Zie: opening.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Scheur
De opening ontstaan door het verbreken van den samenhang van sommige deelen van een lichaam. Barst is eene scheiding der deeltjes, die nog geen geheele vaneenwijking ten gevolge behoeft te hebben. Een barst in eene ruit, in een schotel, in hout, enz. Eene scheur duidt eene scheiding aan, welke zich over de geheele dikte der stof uitstrekt. Eene scheur in een kleed, in een muur, in het ijs. Terwijl spleet, eene opening door splijten ontstaan, in het midden laat of deze opening horizontaal of verticaal, in de lengte of in de breedte is, is kloof meer in gebruik voor horizontale openingen, soms door gewelddadige scheiding der stof ontstaan. Om eene spleet of kloof te doen ontstaan is grooter kracht noodig dan om een barst of scheur te maken. Reet, van rijten gevormd, staat dikwijls met spleet gelijk, maar het heeft bepaald de bijgedachte dat men er door heen kan zien; kijken door de reet van de deur, eene reet in den muur. Scheur zegt men bij voorkeur van allerlei voorwerpen en stoffen, papier, linnen, ijs, eene muur enz ; kloof en spleet van harde; barst van harde maar tevens broze lichamen. Eene rotsspleet. Een rotskloof. Een barst in een schotel, in het ijs, enz.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
scheur
scheur - zelfstandig naamwoord
1. plaats waar iets kapot of los getrokken is
♢ hij had een scheur in zijn broek
1. je scheur opentrekken
[een grote mond opzetten]
Zelfstandig naamwoord: scheur
de scheur
de scheuren
het scheurtje