Synoniemen zoeken
Synoniem van schatten
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
schatten
schatten - aannemen dat de waarde of omvang van iets zodanig is als door de bepaling wordt uitgedrukt. De waarde van iets, of een kans kan men hoog of niet hoog aanslaan.
Zie: beschouwen als.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Schatten
Aan iemand of iets eene zekere waarde toekennen. Bij achten, dat van acht, opmerkzaamheid, op¬lettendheid komt, staat meer de belangstelling op den voorgrond, die men iemand of iets waardig keurt; bij schatten en waardeeren denkt men meer aan de waarde of den prijs, waarop men het in zijne gedachten stelt. Schatten en waardeeren zien meer op de stoffelijke waarde: maat, gewicht, prijs. Schatten is onbepaalder dan waardeeren. Beide woorden worden ook van personen gezegd. Schatten heeft dan de beteekenis van achten, is steeds van een bepalend woord vergezeld en heeft over ’t algemeen meer op de eene of andere eigenschap van den persoon betrekking, dan op den persoon zelf. Achten kan van een bijwoord van hoeveelheid vergezeld gaan. Iemand weinig achten, gering schatten, hoog achten, doch achten zonder meer staat in beteekenis met hoogachten gelijk: een algemeen geacht man. Schatten en waardeeren verschillen in zoover van elkaar, dat schatten meer raadt naar de waarde, die iets heeft, waardeeren meer is de waarde bepalen, van handelingen gebruikt, iets op den juisten prijs stellen. Een zeldzamen diamant zou men met meer juistheid onschatbaar dan onwaardeerbaar kunnen noemen, omdat, al is zijne innerlijke waarde ook moeielijk op te geven, zijn prijs zich ten slotte toch regelt naar de som, die de liefhebbers bereid zijn er voor te besteden.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
schatten
schatten - regelmatig werkwoord
uitspraak: schat-ten
1. zeggen wat het ongeveer is
♢ ik weet niet precies wat de afstand tussen Amsterdam en Utrecht is, maar ik kan het wel schatten
Regelmatig werkwoord: schat-ten
ik schat
jij/u schat
hij/zij schat
wij/zij/jullie schatten
ik/jij/u/hij/zij schatte
wij/zij/jullie schatten
hij heeft geschat
de/het/een geschatte ....
Synoniemen
ramen, taxeren
Tegenstellingen
calculeren