Synoniem van samen

samen - bij elkaar, als één geheel of groep. Het woord wordt gebruikt met betrekking tot personen en zaken en is synoniem met het formele te zamen en de archaïstische woorden tegader, tegaar en saam. De term bijeen geeft aan dat mensen of voorwerpen zich op dezelfde plaats bevinden. Personen die in intieme sfeer bijeen zijn, zijn saampjes (informele stijl, maar ook in scherts gezegd, of tegen kinderen). Gezamenlijk gebruik je wanneer personen een handeling samen uitvoeren of samen iets ondergaan; met betrekking tot werkwoorden als 'bezitten' en 'gebruiken' gebruik je gemeenschappelijk. Een actie, demonstratieve handeling, protestdaad en ontslag nemen zijn zaken die in aanmerking komen voor de kwalificatie collectief of en bloc; gaat het om veel personen, dan gebruik je en masse: 'de demonstranten blokkeerden en masse de weg'.

Samen is sterker dan bijeen of bij elkander. Bijeen (bij elkander) ziet alleen op de nabijheid van plaats; samen drukt eene engere vereeniging uit als het gevolg van een onderling verband, van een gemeenschappelijk doel. Men kan de meest ongelijkslachtige dingen bijeen-, maar slechts gelijkslachtige samenvoegen. Menschen kunnen zoowel bijeen als samenkomen, maar het laatste onderstelt altijd een gemeenschappelijk doel. Eene godsdienstige samenkomst.

samen - bijwoord
uitspraak: sa-men

1. bij of met elkaar
♢ we gaan samen naar de markt
1. het is samen 100 gulden
[totaal 100 gulden]
2. die twee hebben iets samen
[een liefdesverhouding]
3. samen uit samen thuis
[wat je samen begint moet je samen afmaken]

Bijwoord: sa-men

Synoniemen
bijeen, gezamenlijk, tezamen

Tegenstellingen
afzonderlijk, alleenstaand, apart