Synoniemen zoeken
Synoniem van roof
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Roof
Goed waarvan men zich met geweld meester maakt. Is het geweld door niets gerechtvaardigd, dan heet het wegnemen en bij uitbreiding ook het weggenomene een roof. Kerkroof, zeeroof. Grondt het geweld zich daarentegen op het oorlogsrecht, dan noemt men de tilbare have, het vee, enz., die de eene oorlogvoerende partij aan de andere ontneemt, buit. Buit heeft in beeldspraak niet geheel deze beteekenis en wordt ook gebruikt voor hetgeen niet aan een vijand ontnomen wordt: de visscher komt met rijken buit naar huis. Prijs (ontleend aan het Fransche prise) ziet op de daad van nemen. Het wordt voornamelijk gezegd van zoodanige voorwerpen, waarop de vijand meer de hand legt, dan dat hij ze eigenlijk bemachtigt, zooals weerlooze koopvaardijschepen, die in eene haven of op zee worden aangehouden. Prooi (evenzeer uit het Fransch overgenomen proie ~ lat. praeda) was oorspronkelijk gelijkbeteekenend met roof en buit; het heeft echter de meer bijzondere beteekenis gekregen van buit, waarvan een verscheurend dier zich meester maakt. In figuurlijken zin, als men hevige werkingen van het gemoed of van de natuur als hetware met roofdieren gelijkstelt; gebruikt men prooi in uitdrukkingen als: ter prooi aan wroeging, eene prooi der woeste golven, het huis werd eene prooi der vlammen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
roof
roof - zelfstandig naamwoord
1. het met geweld pakken wat van iemand anders is
♢ het bericht over deze kunstroof heeft in alle kranten gestaan
2. korst op een wond of zweer
♢ de wond geneest al, er zit een roofje op
Zelfstandig naamwoord: roof
de roof