Synoniemen zoeken
Synoniem van rijtuig
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
rijtuig
rijtuig - door paarden getrokken wagen. Een koets (zie aldaar) heeft vier wielen en wordt getrokken door een of meer paarden. Eén paard trekt een open en lichte buggy, die twee of vier wielen kan hebben. Tweewielig is de sjees of boerensjees: een open, hoog rijtuig voor twee personen, zonder vering. De tilbury lijkt erop, maar is laag. Een huurrijtuig of fiacre kan men huren; in Amsterdam reden in de negentiende eeuw aapjes; een lang huurrijtuig voor een groot aantal passagiers, met banken in de lengte, heet een janplezier. Koetsrijtuigen (zie aldaar) worden door een koetsier bemand. Een tweespan, driespan (enzovoort) is bespannen met twee, respectievelijk drie paarden. Behalve voor jagers is er in de open jachtwagen ook plaats voor honden en geschoten wild. Voor acht tot twaalf personen is de char-à-bancs bedoeld, een type jachtwagen. Staatsierijtuigen zijn uiterst luxueus; een karos is een vorstelijk staatsierijtuig met vier wielen, dat hangt aan vier riemen tussen vooren achterstel. De droschki of droschke is een licht en open rijtuig. In een riksja kan maar één passagier plaats nemen; dit kleine, tweewielige rijtuig wordt getrokken door een man. Ook een sado heeft twee wielen; men zit hierin rug aan rug. Drie paarden trekken een trojka; het middelste paard gaat, onder een hoge beugel, in draf.
Zie: wagen.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Rijtuig
zie Wagen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
rijtuig
rijtuig - zelfstandig naamwoord
uitspraak: rij-tuig
1. wagen die door een of meer paarden getrokken wordt
♢ de gouden koets is het rijtuig van de koningin
2. een van de wagens van trein of tram
♢ de auto botste tegen het middelste rijtuig aan
Zelfstandig naamwoord: rij-tuig
het rijtuig
de rijtuigen
het rijtuigje
Synoniemen
wagon