Synoniemen zoeken
Synoniem van rij
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
rij
rij - geheel van personen, dieren of zaken die zich in een (meestal rechte) lijn bevinden ten opzichte van elkaar. Voorbeeld: 'een rij bomen'. Voorwerpen vormen een reeks. Een lange, ordelijke rij van voertuigen of personen die op weg zijn, heet een colonne. Een gelid is een rechte, aaneengesloten rij soldaten. Voertuigen die ten gevolge van een opstopping wachten, staan stil of rijden langzaam verder in een file. Voor loketten of bij haltes wachten mensen in een queue. Een toer is een rij breisteken die met beide breinaalden is aangebracht.
Zie: reeks.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
rij
rij - zelfstandig naamwoord
1. aantal mensen of dingen naast of achter elkaar
♢ er stond een rij mensen voor het loket
1. ik moet de dingen op een rijtje zetten
[er eens over nadenken]
2. voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten
[voor weinig geld het beste willen hebben]
3. ze niet allemaal op een rij hebben
[niet goed wijs zijn]
4. de rijen sluiten
[zich verenigen tegen een tegenstander]
2. serie vakjes naast elkaar in een tabel
♢ deze tabel heeft 4 kolommen en 40 rijen
Zelfstandig naamwoord: rij
de rij
de rijen
het rijtje
Tegenstellingen
kolom