Synoniemen zoeken
Synoniem van riem
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
riem
riem - strook van leer, plastic of textiel. Om het middel draagt men een koppel of koppelriem; deze wordt vooral gedragen door militairen, om er een sabel, bajonet en dergelijke aan vast te maken. Een geweer draagt men aan de geweerriem of het kordon. Draagriemen hebben een dragende functie; een bandelier hangt diagonaal over het bovenlichaam en is breed. Gordels draagt men om de taille. Inzittenden van een auto of vliegtuig beveiligen zich tegen ongevallen met een veiligheidsgordel, gordel, stoelriem of veiligheidsriem. In een auto heet zo'n riem een autogordel; deze heet een driepuntsgordel als hij op drie plaatsen is bevestigd, en een heupgordel als hij aan weerszijden van de heupen wordt vastgemaakt.
Zie: strook.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Riem
Een band van leder of andere stof om iets te om¬geven of te bevestigen. Gordel is een riem, die het middel omgeeft en soms enkel tot sieraad dient. Figuurlijk: Iemand een hart onder den riem (of den gordel) steken — een gezegde dat aan den lederen riem der krijgs¬lieden ontleend schijnt te zijn.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
riem
riem - zelfstandig naamwoord
1. band van stevig materiaal met gesp
♢ hij draagt altijd een riem om zijn broek
1. iemand een hart onder de riem steken
[moed inspreken]
2. veiligheidsgordel in auto
♢ doe je riem om!
3. roeispaan
♢ als we gaan varen, nemen we wel de riemen mee
1. roeien met de riemen die je hebt
[je behelpen met de mogelijkheden die er zijn]
4. 500 vel
♢ ik kocht een riem papier
Zelfstandig naamwoord: riem
de riem
de riemen
het riempje