Synoniemen zoeken
Synoniem van ramp
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Ramp
Het kwaad, dat ons op onzen levensweg treft. Ongeluk is het tegenovergestelde van geluk; onheil is eigenlijk het tegenovergestelde van heil, doch staat thans als collectief begrip voor zware rampen, het is sterker dan ongeluk. Onheil afwenden ongeluk spellen tegenover heil aanbrengen geluk wenschen. Ongeval is een bizonder geval van gewoonlijk niet ernstigen aard, doch is niet zoo sterk als onheil of ramp. Onheil wordt soms gebezigd voor een samenloop van ongelukken, gelijk ongeval voor eene reeks van ongevallen. Tegenspoed is het tegenovergestelde van voorspoed, dat de beteekenis heeft van vooruitgang in eene onderneming en van welslagen. Wederwaardigheden zijn minder aangename ontmoetingen. Groote ongevallen noemt men rampen. Beproeving heeft het bijbegrip, dat de tegenspoed dienen moet tot het op de proef stellen van onze deugd of standvastigheid, bezoeking dat hij ons wordt toegezonden tot eene straf.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
ramp
ramp - zelfstandig naamwoord
1. groot ongeluk
♢ een overstroming is een ramp voor de mensen die hier wonen
1. dat is toch geen ramp
[dat is niet erg]
2. tot overmaat van ramp
[alsof de ellende nog niet groot genoeg was]
3. een regelrechte ramp
[heel erg]
Zelfstandig naamwoord: ramp
de ramp
de rampen
het rampje
Synoniemen
onheil
Tegenstellingen
voorspoed, welstand