Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Shop
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Bridge Encyclopedie

 

Synoniemen zoeken

Synoniem van praten

  • converseren
  • exact
  • juist
  • kleppen
  • lullen
  • minutieus
  • nauw
  • nauwgezet
  • nauwkeurig
  • pal
  • sprekenprecies
  • stipt
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • babbelen
  • converseren
  • kleppen
  • lullen
  • overleggen
  • palaveren
  • spreken
  • zijn waffel opendoen
  • Alles over praten
  • Spreekwoorden met praten
  • praten vervoegen
2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen ©

Handwoordenboek synoniemen ©

J.V. Hendriks (1898)

Praten

Weinig beduidende dingen zeggen. Praten, kallen en kouten is een gemeenzaam gesprek voeren tot tijdverdrijf enz. over onverschillige onderwerpen; kallen en kouten worden in de dagelijksche faal minder gebruikt; zij hebben het bijdenkbeeld van gezelligheid. Snappen en babbelen is snel en aanhoudend spreken zonder er veel bij te denken; het eerste wordt bij voorkeur van jongere kinderen gezegd; aan het laatste is dikwijls het denkbeeld verbonden, dat hetgeen

men zegt ten nadeele van andere is. Kakelen, rammelen en snateren is zoo onophoudelijk en luid babbelen of snappen, dat men zich geheel alleen van het gesprek meester maakt, en het voor anderen onmogelijk is er een woord tusschen te krijgen. ,,Ja maar, Koosjen!" rammelde mevrouw Dorbeen, voorbij Mietjen van Naslaan heen sprekende’’.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Nederlands woordenboek voor onderwijs

praten

praten - regelmatig werkwoord
uitspraak: pra-ten

1. woorden uitspreken, iets zeggen
♢ Kees is een jaar en hij kan nog niet praten
1. laat hem maar praten
[je moet je niets van hem aantrekken]
2. praat me d'r niet van
[ik wil er niets over horen]
3. jij hebt makkelijk praten
[je doet alsof het niet ernstig is, maar dat is het wel]
2. een gesprek voeren
♢ wij moeten eens met elkaar praten
1. met jou kan ik praten!
[wij begrijpen elkaar]
2. langs elkaar heen praten
[elkaar niet begrijpen, maar dat niet merken]
3. ik zal eens met haar praten
[proberen haar tot andere gedachten te brengen]

Regelmatig werkwoord: pra-ten
ik praat
jij/u praat
hij/zij praat
wij/zij/jullie praten
ik/jij/u/hij/zij praatte
wij/zij/jullie praatten
hij heeft gepraat
pratend, pratende

Synoniemen
converseren, kleppen, lullen, spreken
Tegenstellingen
zwijgen

Uitgelicht

Bestel nu het E-book "Encyclopedie van de Evolutiebiologie" door prof. dr. Nico M. van Straalen.

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Shop
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Bridge Encyclopedie
© 2020 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Altijd met LinkedIn ingelogd? Vraag een wachtwoord aan via de 'wachtwoord vergeten' knop.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten