Synoniemen zoeken
Synoniem van pijn
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
pijn
pijn - het onaangename gevoel dat ontstaat door schadelijke prikkeling van een weefsel. In het gebied van de beenzenuw (nervus ischiadicus) kun je last hebben van ischias of ischialgie. Neuralgie of zenuwpijn treedt op in het gebied van een gevoelszenuw. Is dat in het gezicht, bij de drielingzenuw, dan is er sprake van aangezichtspijn of (vakterm in de geneeskunde) trigeminusneuralgie.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Pijn
Pijn wordt meer in de spreektaal, smart meer in de schrijftaal gebruikt. Het eerste woord wordt meer in ’t bijzonder gezegd van lichaamslijden, smart meer van aandoeningen van het gemoed door van buiten komende indrukken, terwijl wee meer het gevoel van smart met betrekking tot eene in den mensch zelf gelegen oorzaak aanduidt.
Tegenover smart staat vreugde, tegenover wee staat wel. Het wel en wee dezer wereld; smart en vreugde wisselen elkander af in deze wereld. Hoofdpijn, tandpijn. Zijn lichtzinnig gedrag veroorzaakt mij veel smart. In de uitdrukking: het is niet de pijne waard, heeft pijn, uit het fransche peine ontstaan, de beteekenis van moeite.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
pijn
pijn - zelfstandig naamwoord
1. vervelend gevoel ergens in je lichaam
♢ als je ziek bent, heb je vaak ergens pijn
1. pijn in je portemonnee
[geldgebrek]
2. wie mooi wil gaan moet pijn lijden
[voor een fraai uiterlijk moet je iets over hebben]
2. verdriet
♢ je hebt me veel pijn gedaan met die woorden
1. met pijn en moeite
[met erg veel inspanning]
Algemene uitdrukkingen:
1. geen centje pijn
[niet de geringste moeite]
Zelfstandig naamwoord: pijn
de pijn
de pijnen
het pijntje