Synoniemen zoeken
Synoniem van overhandigen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
overhandigen
overhandigen - iets met de hand(en) aanbieden, waarna een ander het met de hand(en) aanneemt. Het woord heeft als formeel synoniem: ter hand stellen. Iemand iets in handen geven houdt in dat de ontvangende persoon het voorwerp mag bekijken of tijdelijk beheren (maar hij wordt er niet de eigenaar van). Een brief of boodschap geeft men af namens een ander. Wanneer degene die de brief (of iets vergelijkbaars) afgeeft speciaal daarvoor bij de ontvanger langskomt, spreekt men ook van aanreiken. Iets overreiken of overgeven doe je vanaf enige afstand, met gestrekte arm. (Zie: aanreiken.) Ambtelijke bescheiden of prijzen worden uitgereikt. Uitdelen heeft als lijdend voorwerp dingen die onderling gelijksoortig zijn of aan elkaar gelijk ('potloden uitdelen') en het houdt in dat een aantal mensen tegelijk of vlak na elkaar iets krijgt overhandigd. Als de mensen een kring vormen, kun je voorwerpen ronddelen, rondgeven of omgeven.
Zie: geven.
Zie: bezorgen; verspreiden.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Overhandigen
Zorgen dat iets de plaats zijner bestemming bereike. Bezorgen is de ruimste uitdrukking; het laat de wijze der overbrenging geheel onbepaald en geeft slechts te kennen, dat men zorg draagt dat het toevertrouwde goed overkomt. Bestellen is iets ter bepaalder plaatse brengen en duidt verder ook aan dat de bezorging geschiedt door bepaaldelijk daartoe aangewezen personen en tegen geldelijke schade¬loosstelling: brieven pakjes bestellen; overhandigen sluit in dat men de goederen aan den persoon, voor wien zij bestemd zijn, zelf overgeeft.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
overhandigen
overhandigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-han-di-gen
1. het hem in handen geven
♢ de burgemeester overhandigde de prijs aan de voorzitter
Regelmatig werkwoord: o-ver-han-di-gen
ik overhandig
jij/u overhandigt
hij/zij overhandigt
wij/zij/jullie overhandigen
ik/jij/u/hij/zij overhandigde
wij/zij/jullie overhandigden
hij heeft overhandigd
de/het/een overhandigde ....
overhandigend, overhandigende
Synoniemen
aanreiken