Synoniem van overdrijven

overdrijven - (accent op -drij-) iets sterker, groter, mooier, lelijker, enzovoort voorstellen dan het werkelijk is. Er kan een lijdend voorwerp bij staan: 'je moet niet overdrijven', 'je moet de tegenstellingen niet overdrijven'. Van een verplicht lijdend voorwerp gaan vergezeld: overtrekken (accent op derde lettergreep), opblazen en vergroten. In informele stijl ook: aandikken. Chargeren heeft een tegenstelling, contrast en dergelijke als weglaatbaar lijdend voorwerp; aanzetten wordt gebruikt met dezelfde lijdende voorwerpen als 'chargeren', maar nu is zo'n voorwerp verplicht: 'je moet de tegenstellingen niet te veel aanzetten'. Zonder lijdend voorwerp: er een schepje bovenop doen. Nog sterker overdrijft degene die van een mug een olifant maakt,.

Gezegde(s):
• wind maken
• uit de band springen
• het te bruin bakken
• te vol gieten
• het bont maken
• het vat de bodem inslaan
• alle harten bij je eigen rekenen
• kromme sprongen doen
• de mug uitzuigen en de hemel doorzwelgen
• zijn katje zadelen
• over de schreef gaan
• de boel van eieren maken
• van een luis een schildpad maken
• van een mug een olifant maken
• uit het roer lopen
• buiten zijn boekje gaan
• op de spits drijven
• het kind met het badwater weggooien

Spreekwoord(en):
• wie veel kalt, veel ontvalt
• men kan met geen twee voeten tegelijk schoppen
• ‘te’ is nooit goed, behalve tevreden en te bed
• als een ezel het te goed heeft, gaat hij op het ijs dansen (= ’t zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen)

Iets grooter voorstellen, dan het werkelijk is. Van overdrijven is meer hartstocht, de onberedeneerde zucht tot vergrooting de oorzaak, in vergrooten ligt meer het denkbeeld, dat men met opzet de waarheid geweld aandoet, door in koelen bloede, met voor¬bedachten rade de zaken grooter voor te stellen dan zij zijn. Gij moet u geen overdreven voorstelling maken van de eentonigheid van den winter buiten. Kinderen overdrijven gaarne wat hun getroffen heeft. In deze courant wordt, naar men zegt, het oorlogsgevaar zeer vergroot ten einde beursspeculatiën in de hand te werken.

overdrijven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-drij-ven

1. het groter, mooier of erger voorstellen dan het is
♢ je moet niet zo overdrijven

Onregelmatig werkwoord: o-ver-drij-ven
ik overdrijf
jij/u overdrijft
hij/zij overdrijft
wij/zij/jullie overdrijven
ik/jij/u/hij/zij overdreef
wij/zij/jullie overdreven
hij heeft overdreven
de/het/een overdreven ....
overdrijvend, overdrijvende

Synoniemen
aandikken, overtrekken