Synoniemen zoeken
Synoniem van opdracht
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
opdracht
opdracht - min of meer bindend verzoek. De ontvanger moet absoluut tot uitvoering overgaan bij een bevel of gebod (formele stijl); een commando wordt mondeling gegeven en klinkt kortaf en snauwend, een order is een bevel aan een ondergeschikte; een dwangbevel, betalingsbevel of (België) contrainte is een
bevel om achterstallige belasting te betalen. De strekking van een parool wordt in de context vermeld: 'waakzaamheid is het parool'. Ironie klinkt door in het woord oekaze, een opdracht uit hogere regionen. Een bestelling is een opdracht om tegen betaling iets te verstrekken. Als het geen particulier is die de bestelling plaatst, maar een bedrijf of instelling, gaat het om een order. Dagorder is een term uit de effectenhandel: het is een opdracht die maar één dag geldig is.
Zie: regel; taak.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Opdracht
Eene duidelijke aanwijzing van iemands wil of gevoelen, die aan een ander gegeven wordt, ten einde deze zich daarnaar moge gedragen. Voorschrift heeft de ruimste beteekenis. Het ziet zoowel op eene aanwijzing, waarnaar wij ons, als het ons goeddunkt, kunnen gedragen (zooals eene vriendschap¬pelijke raadgeving, een welmeenenden wenk) als op eene zoodanige, waar¬naar wij ons gedragen moeten. Men gaf hem uitvoerige voorschriften op reis mede. Een wettelijk voorschrift. Bevel, de daad van bevelen, en gebod, de daad van gebieden, sluiten de verplichting tot gehoorzaamheid in. Gebod is deftiger en edeler, en onderstelt in den regel een voorschrift, dat niet alleen voor het oogenblik kracht heeft, maar dat gedurende een lang tijds¬verloop moet worden opgevolgd. Gods geboden. (Vgl. onder wet). Een enkele maal komt bevel ook voor in deze opvatting.
God, wiens bevel niet door mag dringen Bij ’t volk, dan door der priestren mond, enz.
Last, van laden, hetgeen op iemand geladen wordt, duidt overdrachtelijk iets aan, dat men anderen te doen geeft, en is dus een zoodanig bevel of gebod, dat voor hem, tot wien het gericht wordt, werkzaamheid mede¬brengt. De regeering gaf haar ambassadeur in last hierover ophelderingen te vragen. De juridische uitdrukking voor het opdragen van een last is lastgeving. Opdracht noemt men een last, die iemand wordt opgedragen, waarbij voor dengene, die de opdracht geeft, moet gehandeld of gesproken worden, maar waarbij voor dengenen, die de opdracht heeft, meer vrijheid van handelen bestaat dan bij een last. Order geeft een bevel tot schikking of regeling te kennen, bij uitbreiding: bekendmaking, bevel. De dagorder. Ik geef u order den dief te arresteeren. Dikwijls staat het ook voor bevel in het algemeen. Wacht mijne orders af! Is er iets van uwe orders? (Hebt ge iets te gelasten?)
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
opdracht
opdracht - zelfstandig naamwoord
uitspraak: op-dracht
1. wat je moet doen van iemand
♢ Nico, jouw opdracht is dit product te verkopen
Zelfstandig naamwoord: op-dracht
de opdracht
de opdrachten
het opdrachtje
Synoniemen
bevel, commando, instructie, order