Synoniemen zoeken
Synoniem van nijd
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Nijd
Het ge¬voel van spijt over het goede, waarin een ander zich verheugt. Naijver drukt dit het zachtst uit, het veronderstelt mededinging. Afgunst zegt alleen, dat men een ander, hetgeen hij meer bezit dan, of voorheeft boven iemand niet gunt; wangunst en vooral nijd sluiten in, dat men hetgeen onze afgunst opwekt zelf wenscht te bezitten, terwijl het geval zich kan voordoen, dat de zaak, waarom men een ander benijdt, den benijder geen voordeel aan zou brengen. Nijd geeft nog daarenboven te kennen, dat men den persoon, tegen wien men wangunst voedt, wegens zijn meerderen voorspoed een kwaad hart toedraagt, jaloezie, een vreemd woord vopr afgunst, wordt ook in de beteekenis van minnenijd gebruikt. Afgunstig wordt dikwijls in sterkere opvatting gebezigd, in den zin van met onverholen nijd en spijt. Iemand met afgunstige oogen aanzien. Soms wordt hiervoor het woord jaloersch gebruikt, dat eigenlijk meer naijverig is. Als adjectief is nijdig niet synoniem.