Synoniem van koe

koe - vrouwelijk rund. Koebeest klinkt ironisch. Een pink is tussen de acht en achttien maanden oud, een pinkvaars is ongeveer een jaar, een hokkeling tussen de een en twee jaar. De vaars is ouder: tussen de twee en drie jaar. Een melkkoe geeft melk. Een van oorsprong Groningse melkkoe, die op de romp meestal egaal zwart of rood is en witte poten heeft, noemt men een blaarkop of blaar. Drachtige koeien heten kalfkoe of kalfde koe, maar een 'kalfde koe' kan ook de aanduiding zijn voor een koe die pas gekalfd heeft. Onvruchtbaar is de kween of kwee; deze koe heeft ook mannelijke geslachtskenmerken. Een schot is jong, heeft eenmaal gekalfd en daarna een jaar lang niet. De leeftijd van een schotter is drie tot vier jaar; ook deze koe heeft maar eenmaal gekalfd. Niet-drachtig is de vaarkoe of varekoe. De kop van een zwartblaar is wit, of de koe heeft een witte bles.

Zie: rund.

koe - zelfstandig naamwoord

1. herkauwend dier dat gehouden wordt om de melk en het vlees
♢ de boer ging de koeien melken
1. over koetjes en kalfjes praten
[over kleine, dagelijkse dingen]
2. je weet nooit hoe een koe een haas vangt
[misschien lukt het toch nog wel]
3. koeien van fouten
[hele grote fouten]
4. oude koeien uit de sloot halen
[over dingen beginnen die al afgehandeld zijn]
5. je koetjes op het droge hebben
[genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken]
6. de koe bij de hoorns vatten
[er meteen hard aan gaan werken]
7. koeien met gouden hoorns beloven
[beloften doen die je niet waar kunt maken]
8. een waarheid als een koe
[iets heel vanzelfsprekends]
9. geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan
[er is altijd wel iets waar van een gerucht]
10. een heilige koe
[wat als onaantastbaar wordt beschouwd]
11. een waarheid als een koe
[iets vanzelfsprekends]

Algemene uitdrukkingen:
1. koeien van letters
[heel groot]
Zelfstandig naamwoord: koe
de koe
de koeien
het koetje