Synoniemen zoeken
Synoniem van kleur
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kleur
kleur - hoedanigheid die een stof of een object, een persoon, enzovoort heeft, al naargelang van de hoeveelheid licht en het soort licht dat erdoor wordt uitgezonden of weerkaatst. Wit of, in de heraldiek, zilver is opgebouwd uit alle prismatische kleuren te zamen; zwart of, in de heraldiek, sabel ontstaat bij de afwezigheid van licht. Een menging van zwart en wit levert grijs op. Volkomen zwart is pikzwart of koolzwart. Hoofdhaar dat volkomen zwart is en glanst, heet ravezwart. Het zwart van ogen, kralen of paarden, dat min of meer glanst, wordt gitzwart genoemd. Roetzwart houdt daarentegen in dat iets geen glans heeft. Inktzwart, een ander synoniem voor 'volkomen zwart', kan niet op personen slaan. In het spectrum komen prismatische kleuren of regenboogkleuren voor. In ongemengde vorm heten deze hoofdkleuren (zie aldaar), in gemengde vorm secundaire kleuren. Tinten (zie aldaar) wijken iets af van prismatische kleuren. Paars is roodachtig violet; twee archaistische synoniemen hiervoor zijn purper en amarant. Zwart, rood en geel zijn de kleuren waaruit bruin is samengesteld.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
kleur
kleur - zelfstandig naamwoord
1. zwart, wit, geel, rood, blauw of een mengsel daarvan
♢ welke kleur hebben die gordijnen?
1. hij heeft niet veel kleur
[ziet er ziek uit]
2. kleur bekennen
[laten merken hoe je erover denkt]
3. hij heeft een kleur als een biet
[een vuurrood hoofd]
4. een kleur krijgen
[blozen]
5. het in geuren en kleuren vertellen
[uitgebreid, met veel bijzonderheden]
6. primaire kleuren
[niet van andere kleuren gemaakt]
7. gedekte kleuren
[die rustig zijn voor de ogen]
8. ergens kleur aan geven
[het opvrolijken, verlevendigen]
9. de nationale kleuren
[die van de vlag]
10. een kleur als een boei hebben
[sterk blozen]
Zelfstandig naamwoord: kleur
de kleur
de kleuren
het kleurtje
Synoniemen
tint