Synoniemen zoeken
Synoniem van karig
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Karig
Overdreven verlangen naar en gehechtheid aan tijdelijke goederen hebbende. Begeerig, dat soms met deze beteekenis gebruikt wordt, drukt dit het zachtst uit. Hebzuchtig is hij, die aanhoudend het verlangen toont om zijne goederen te vermeerderen, zonder daarbij aan de belangen van anderen te denken. Inhalig is hij, die van elke gelegenheid gebruik maakt om zijn voordeel ermede te doen. Hebzucht noemt dus meer de eigenschap, inhaligheid doet daarbij aan de daad denken. Gierig, karig en schriel duiden het verlangen aan om den rijkdom te behouden. Gierig is het sterkst, karig is hij, die slechts eene kleinigheid van zijne schatten kan afstaan, terwijl schriel eene versterking van karig is. Karigheid en schrielheid zijn lichte graden van gierigheid, maar gaan niet noodzakelijk gelijk deze met hebzucht gepaard.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
karig
karig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ka-rig
1. wat niet veel voorstelt, onbeduidend
♢ het huis was karig ingericht
2. niet al te veel, aan de zuinige kant
♢ we kregen een karig maal voorgezet
1. karig met zijn woorden zijn
[niet veel zeggen]
Bijvoeglijk naamwoord: ka-rig
... is kariger dan ...
het karigst
de/het karige ...
Synoniemen
armzalig, schamel, sober