Synoniemen zoeken
Synoniem van kaas
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kaas
kaas - stof die ontstaan is na stremming van melk of room, gerijpt is en een vochtgehalte van maximaal zeventig procent heeft. Graskaas wordt gemaakt uit melk van weidend vee, hooikaas uit de melk van vee dat hooi eet, geitekaas, schapekaas, enzovoort uit de melk van geiten, schapen, enzovoort. Het percentage vet van roomkaas ligt boven de 45. Kruidkaas is gekruid: nagelkaas met kruidnagelen, komijnekaas met komijnzaad. Komijnekaas van afgeroomde melk heet kanterkaas. Leidse kaas is ook komijnekaas: platcilindrisch van vorm, en enigszins uitgebogen aan de zijkant. Op boerderijen bereidt men boerenkaas; meikaas ziet eruit als een kleine, platte cilinder; het basisingrediënt is zacht gestremde melk, en de kaas is licht geperst en in pekel gelegd. Naast boerenkaas staat fabriekskaas, die in de fabriek is bereid. Goudse kaas heeft net als Leidse kaas de vorm van een platte cilinder en heeft afgeronde zijkanten. Edammer kaas of edammer heeft daarentegen een bolvorm; de roodkorst is van buiten rood geverfd. De hoogte van de cilinder van cheddar is ongeveer gelijk aan de middellijn. Camembert is zacht van substantie en heeft de vorm van een platte cilinder met een diameter van 11 centimeter; het is (informele stijl, met minachtende bijbetekenis) een stinkkaas. Qua vorm lijkt brie op camembert, alleen is de doorsnee van de cilinder groter (16 tot 40 centimeter); het oppervlak is begroeid met wit schimmelpluis; brie valt daarom onder de schimmelkazen. Uit het Zwitserse Gruyère komt de gruyère. Smeerkaas is zo zacht, dat hij kan worden uitgesmeerd als broodbeleg. Bij de lunch wordt lunchkaas gegeten. Als (onderdeel van het) dessert eet men dessertkaas.
Zie: zuivel.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
kaas
kaas - zelfstandig naamwoord
1. uit melk gemaakt broodbeleg
♢ wil je kaas op je boterham?
1. belegen kaas
[wat langer gerijpte kaas]
2. de kaas niet van je brood laten eten
[opkomen voor je rechten]
3. er geen kaas van gegeten hebben
[er geen verstand van hebben, het niet goed kunnen]
Zelfstandig naamwoord: kaas
de kaas
de kazen
het kaasje