Synoniemen zoeken
Synoniem van Kaartspel
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kaartspel
kaartspel - het kaartspelen. Bridge wordt in slagen gespeeld door vier spelers die in de speelperiode twee vaste paren vormen, die tegenover elkaar zitten. Ook klaverjas speelt men in slagen, eveneens met vier personen, die nu twee aan twee zitten. Bij het in slagen gespeelde toepen krijgt elke speler vier kaarten; wie de laatste slag binnenhaalt, wint. Aan het kwartet of het kwartetspel kunnen meerdere personen deelnemen; er worden series van vier opeenvolgende kaarten gevormd. Patience is een kaartspel voor één persoon; deze vormt series opeenvolgende kaarten. Bij eenentwintigen, synoniem met banken, moeten 21 punten worden gehaald. Uit een combinatie van bridge, poker en rummy is canasta ontstaan. Een variant hiervan is samba of sambacanasta. De joker kan als hoogste troef worden gebruikt bij jokeren; bij kruisjas is dat de boer. Aan het poker nemen twee tot acht personen deel; hierbij wordt gewed. Voor baccarat zijn zes spellen kaarten nodig, waarin de negen de hoogste kaart is; het verloop wordt door het toeval bepaald. Twee personen kunnen met 32 kaarten ecarté spelen of (een ander spel) piket of piketspel; drie of vier deelnemers spelen met 52 kaarten whist, drie deelnemers met 78 kaarten spelen tarok. Skaat komt uit Duitsland: drie personen spelen met 32 kaarten. Bij pandoer moet degene die 'pandoer' zegt alle slagen winnen. Voor het omberspel of omber zijn veertig kaarten nodig en drie spelers.
Zie: spel.