Synoniemen zoeken
Synoniem van haan
Synoniem van 'n ander trefwoord
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
haan
haan - zelfstandig naamwoord
1. mannelijke kip
♢ er loopt maar één haan tussen de kippen
1. zijn haan moet altijd koning kraaien
[hij moet altijd zijn zin krijgen]
2. die zijn zó fijn, ze doen 's zondags de haan onder de mand (TB)
[zodat hij niet met de kippen kan paren]
3. de gebraden haan uithangen
[veel geld uitgeven]
4. daar kraait geen haan naar
[niemand zal het opmerken]
Zelfstandig naamwoord: haan
de haan
de hanen
het haantje