Synoniemen zoeken
Synoniem van groep
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
groep
groep - aantal mensen, dieren of zaken met een of meer gemeenschappelijke kenmerken. Een soort (zie aldaar) vormt een onderdeel van een classificatie. Een gemeenschap (zie aldaar) bestaat uit mensen die in een bepaalde ruimte of een bepaald gebied bijeenleven en onderling sociale betrekkingen hebben. De leden van een kring komen regelmatig met elkaar in contact: een leider heeft een aanhang om zich heen, een inner circle is een kring van bekenden om een bepaalde persoon. Mensen die op een bepaalde plek voor een gemeenschappelijk doel bijeenzijn, vormen een gezelschap. (Zie: stel.) Club (zie aldaar) is een informeel woord: een kleine groep van min of meer bevriende personen, vakgenoten en dergelijke. Actiegroepen of actiecomités ageren met meestal buitenparlementaire middelen voor een politiek doel. Het driemanschap bestaat uit drie mensen die gezamenlijk de leiding over iets hebben; een trojka leidt een regering of partij. Min of meer goed georganiseerd is een groepering, mensen die over bepaalde zaken specifieke meningen uitdragen. (Zie: stroming) Een roerige politieke groepering noemt men een partijschap of factie. (Zie: partij) De laatste moet niet worden verward met de fractie, een groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een vertegenwoordigend lichaam. Een godsdienstige groepering is een denominatie. (Zie: geloofsovertuiging.) In tegenstelling tot groeperingen zijn stromingen (zie aldaar) niet of nauwelijks georganiseerd. De leden van een formeel georganiseerde organisatie (zie aldaar) werken samen voor een zakelijk of ideëel doel. Samenwerking ook bij het korps, dit keer tussen brandweerlieden, bewakers, muzikanten en dergelijke. Vrijwilligers die op eigen kosten militaire diensten (willen) verrichten, vormen een vrijkorps, burgerwacht of vrijwilligerskorps.
Uitvoerende kunstenaars op het gebied van muziek, dans en theater werken samen in een ensemble (zie aldaar), geleerden, onderzoekers en wedstrijdspelers in een team, fabrieksarbeiders en wedstrijdspelers in een ploeg (zie aldaar), bankiers in een combinatie. Banken of commissionairs in effecten nemen in een consortium of syndicaat gezamenlijk een uitgifte van aandelen of obligaties over. Een lichaam is een groep natuurlijke personen die optreedt namens een rechtspersoon; college (zie aldaar) heet een lichaam dat een openbare functie vervult. Wel georganiseerd, maar niet onder leiding van een werkgever is de commissie, die door een gezaghebbende instantie met een bepaalde taak is belast. Het soort commissie dat een plechtigheid, een feest of verkiezingen moet voorbereiden, is een comité of, in België, comiteit. Een stand is een sociale groep personen met een bepaalde maatschappelijke functie waaraan speciale voorrechten en verplichtingen zijn verbonden. De gezamenlijke ridders vormden in de middeleeuwen de ridderstand of ridderschap. Kasten zijn gesloten groepen, bijvoorbeeld van officieren. Uit zes tot tien padvinders bestaat een patrouille, een onderdeel van een troep ('verkenners')- De 'voortrekkers' vormen een stam, de 'welpen' een horde of welpenhorde, waarvan het nest een onderdeel is (ongeveer zes jongens). In een peloton rijden wielrenners bijeen of rennen hardlopers samen. Misdadigers en vandalen organiseren zich in een gang, boeven in een boevenpak of boevenbende. Een kleine groep personen noemt men een plukje.
Troep (zie aldaar) is een algemeen woord voor een vrij ongeordende groep mensen of dieren. Niet-tamme dieren van eenzelfde soort leven in een kolonie dicht bijeen. Bij vissen heet zo'n kolonie een school. Een groep tamme eenden en hoenders heet een toom. Vliegende dieren vormen een zwerm, vogels een vlucht of vogelvlucht, wilde eenden of hoenders (wederom) een toom en hoenders een koppel of lot. Cluster duidt een groep abstracte zaken aan, zoals problemen en symptomen. Batterij heeft betrekking op wapens (op een oorlogsschip) die een gemeenschappelijke vuurleidings- en stabilisatie-installatie hebben met een bijbehorende munitievoorraad, maar ook is 'batterij' een groep accu's in een serie- of parallelschakeling of een groep bijeenhorende gelijksoortige machines. Een groep schepen die door een of meer oorlogsschepen ter bescherming wordt begeleid, heet een konvooi.
Zie: aantal; afdeling; familie; gevolg; kartel; keurbende; menigte; stoet; verzameling.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
groep
groep - zelfstandig naamwoord
1. aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen
♢ ik zag een groep mensen aankomen
1. gooi het maar in de groep
[vertel het maar, dan praten we er met zijn allen over]
Zelfstandig naamwoord: groep
de groep
de groepen
het groepje
Synoniemen
koppel