Synoniemen zoeken
Synoniem van gras
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gras
gras - gewas bestaande uit planten van de familie Gramineae (= Poaceae). 'Gras' in deze betekenis is een benaming uit de biologie. Reukgras behoort tot de soort Anthoxanthum odoratum, struisgras tot de soort Agrostis tenuis, vossestaart tot de soort Aleopecurus pratensis, pampagras tot de soort Cortaderia selloana (= C. argentea), helm tot de soort Ammophila arenaria, oot tot de soort Avena fatua, slofhak tot de soort Anthoxanthum aristatum, trilgras of bibbergras tot de soort Briza maxima, dravik tot de soort Bromus, zwenkgras tot het geslacht Festuca, vlotgras tot het geslacht Clyceria; onder dit laatste valt de lies (Clyceria maxima). Het raaigras behoort tot het geslacht Lolium; hieronder vallen de dolik (Lolium temulentum) en het Engels raaigras of smeerraai (Lolium perenne). Het baardgras behoort tot de soort Polypogon monspeliensis, het buntgras tot de soort Corynephorus canescens, de kropaar tot de soort Dactylis glomerata, de kweek of het kweekgras tot de soort Elymus repens en het doddegras tot het geslacht Phleum; onder dit laatste valt de timothee of het timoteegras (P. pratensé). Het borstelgras of de nardus behoort tot de soort Nardus stricta, de witbol tot het geslacht Holcus, de alang-alang tot de soort Imperata cylindrica, het bentgras of pijpestrootje tot de soort Molinia caerulea en het kanariegras tot het geslacht Phalaris; onder dit laatste vallen het rietgras of lintgras (P. arundinacea) en het kanariezaad (P. canariensis). Het espartogras, alfagras of halfagras behoort tot de soort Stiptenacissima, het slijkgras tot de soort Spartina maritima, het kweldergras of de kwelder tot de soort Puccinellia maritima. Grasgewas is gras dat te velde staat.
Zie: graan.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gras
gras - zelfstandig naamwoord
1. groene plant met lange smalle blaadjes
♢ het weiland staat vol gras
1. hij laat er geen gras over groeien
[hij haast zich ermee]
2. hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat iemand anders had willen zeggen]
3. zo groen als gras
[onervaren en onbedorven]
4. het gras is daar groener
[het is daar beter]
5. er zit een addertje onder het gras
[er is een verborgen gevaar of moeilijkheid]
6. te hooi en te gras
[zonder orde of systeem]
7. luisteren of het gras groeit
[liggen luieren]
Zelfstandig naamwoord: gras
het gras
de grassen
het grasje