Synoniemen zoeken
Synoniem van gezag
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Gezag
Macht is het vermogen om iets te volbrengen of te doen geschieden en zich te doen gehoorzamen. Gezag is eigenlijk de macht en het recht om te bevelen. Alle vier woorden worden ook gebruikt in den zin van heerschappij. Gebied hecht hieraan een begrip van onbeperkte macht; bevel het denkbeeld, dat de oppermacht aan den bevelhebber door iemand is toevertrouwd. De vaderlijke macht; het vaderlijk gezag. Maar laat de Deugd haar luister stralen, dan huldigt alles haar gebied. De staten droegen De Ruijter het bevel over de vloot op. Vóór de eerste Fransche omwenteling was de koninklijke macht in Frankrijk nog even onbeperkt als in de dagen van Lodewijk XIV, maar van het koninklijk gezag was niet meer dan eene schaduw overgebleven. Zijn gezag ophouden.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gezag
gezag - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-zag
1. wie iets te zeggen heeft over andere mensen
♢ hij heeft gezag, want iedereen luistert naar hem
2. instelling die iets te zeggen heeft
♢ het gezag bepaalt wat er gebeurt
Zelfstandig naamwoord: ge-zag
het gezag
Synoniemen
autoriteit, gezaghebber, gezagvoerder, overwicht