Synoniemen zoeken
Synoniem van gevaar
Synoniem van 'n ander trefwoord
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Gevaar
Gezegde(s):
• linke toestand
• hoge zee
• boven het hoofd hangen
• daar schuilt een adder (of: een angel) onder het gras
• de kluivers (= gerechtsboden) in huis krijgen
• de duivel houdt de kaars (= roeit eronder)
• er is wat aan de knikker
• er is drek in de processie
• dak op het huis
• pannen op het dak
• de boot is aan
• de rapen zijn gaar
• kapers op de kust
• een aap met een scheermes
• het hinkende paard komt achteraan
• het is elf ogen
• een schip met zure appelen (= opkomend onweer)
• het einde draagt de last
• zo veeg zijn als een luis op een kam (= in groot gevaar verkeren)
• in cauda venenum
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Gevaar
Spreekwoord(en):
• die in het vuur blaast krijgt de vonken in zijn ogen
• de kruik gaat zolang te water tot ze breekt
• onderin de zak vindt men de rekening
• die in de molen komt wordt licht bestoven
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Gevaar
Dreigend onheil. Gevaar is eene omstandigheid of een samenloop van omstandigheden, waardoor een persoon of zaak kan gedeerd worden. Nood en gevaar hebben soms dezelfde beteekenis, b.v. in de volgende uitdrukkingen: het heeft geen nood; er is geen gevaar bij. Maar meestal ligt in nood de beteekenis van een samenloop van omstandig¬heden, die men niet kan kiezen, waarin men zich niet vrijwillig begeven kan (wat met gevaar wel het geval is). Nood leert bidden. Hongersnood. Levensgevaar. Om die reden zegt men: zich in gevaar, maar niet: zich in nood begeven.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gevaar
gevaar - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-vaar
1. kans dat er iets ergs gebeurt
♢ dit kruispunt levert gevaar op voor de schoolkinderen
1. de zieke is buiten gevaar
[hij blijft leven]
2. het gevaar is geweken
[er is geen gevaar meer]
Zelfstandig naamwoord: ge-vaar
het gevaar
de gevaren
het gevaartje
Synoniemen
onraad