Synoniemen zoeken
Synoniem van gesprek
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gesprek
gesprek - het gedurende enige tijd met elkaar spreken van twee of meer personen. Het is synoniem met het formele discours. Een tweegesprek noemt men in wat badinerende stijl ook een dialoog: 'na deze korte dialoog viel hij in slaap'. Een archaïstisch synoniem is tweespraak. In een vertrouwelijke sfeer, en vrij kort van duur, verloopt het onderonsje, waarbij twee of meer personen te midden van anderen - die beslist niet mogen meedoen - met elkaar praten. Een apartje of tête-à-tête is een onderonsje van twee. Een onderhoud heeft een zakelijke inhoud en een formele toon. Een gesprek met niet-zakelijke inhoud heet een conversatie. Bij een interview of vraaggesprek stelt een journalist of een presentator (op radio of televisie) vragen aan iemand die in het nieuws is of op een bepaald gebied deskundig is; een persgesprek wordt gevoerd met een schrijvend journalist. Telefoongesprek heeft als synoniem telefoontje en, in informele stijl, belletje. Een telefonade duurt erg lang, en in dit woord ligt afkeuring of irritatie besloten. In een colloquium wordt getoetst of iemand geschikt is voor een kerkelijk ambt in de Nederlandse Hervormde Kerk. Tijdens een maaltijd voert men een tafelgesprek of, zeer formeel, een disgesprek. Zie: discussie.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Gesprek
Gesprek is de algemeene naam voor het wisselen van gedachten. Door onderhoud verstaat men meestal een gesprek over zaken, waarvoor men opzettelijk bij elkander komt. Een gesprek gaat over in eene woordenwisseling, wanneer de personen, die er aan deelnemen, van verschillende gevoelens zijn, en ieder het zijne met vuur en drift verdedigt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gesprek
gesprek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-sprek
1. het met elkaar praten
♢ wij voerden een goed gesprek
1. de telefoon is in gesprek
[bezet]
2. dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
3. een gesprek voeren
[ergens over praten]
Zelfstandig naamwoord: ge-sprek
het gesprek
de gesprekken
het gesprekje
Synoniemen
bespreking, conferentie, conversatie, onderhoud