Synoniemen zoeken
Synoniem van gebrek
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gebrek
gebrek - iets dat niet in orde is aan een dier, een mens of een machine: 'mijn fiets begint gebreken te vertonen'. Het woord heeft dezelfde betekenis als onvolkomenheid of manco. Gemis heeft geen meervoudsvorm. Een gebrek in moreel of ethisch opzicht heet een tekortkoming of fout. Zwakheden liggen altijd op moreel terrein. Dieren, mensen en machines kunnen een mankement vertonen; bij dieren en mensen kan het mankement zowel geestelijk als lichamelijk zijn. Euvel gebruik je in verband met onder andere machines. Bij leemte gaat het om een geestelijk of intellectueel mankement van een persoon. Een lacune of hiaat is er in iemands kennis of vaardigheid. Een gebrek aan bepaalde (goede) karaktereigenschappen heet een tekort.
Zie: armoede; fout ; gaping; gemis; misstand; tekort; zonde.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Gebrek
Armoede duidt den toestand van arm zijn aan, het staat dus tegenover rijkdom. Gebrek is het ontbreken of missen van bepaalde zaken, die voor het levensonderhoud noodig zijn. Ontbering drukt hetzelfde uit, doch brengt het onaangename gevoel van het gemis meer op den voorgrond. Men leeft in armoede en heeft gebrek aan het noodige. De ontbering, die de arme zich moet getroosten, maakt hem dikwijls ontevreden. Die in armoede verkeeren, lijden dikwijls gebrek en leeren ontberingen van allerlei aard kennen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gebrek
gebrek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-brek
1. wat er niet of te weinig is
♢ er heerst een groot gebrek aan voedsel
1. in gebreke blijven
[niet doen wat je moet doen]
2. bij gebrek aan aardappels eten we rijst
[omdat er geen aardappels zijn ...]
3. bij gebrek aan beter
[omdat er niets beters is]
2. wat niet helemaal goed is
♢ zij is met dat gebrek geboren
Zelfstandig naamwoord: ge-brek
het gebrek
de gebrekken
het gebrekje
Synoniemen
euvel, fout, handicap, mankement, schaarste, tekort, zeldzaamheid
Tegenstellingen
aanleg, afdoend, begaafdheid, genoeg, talent, toereikend, voldoende