Synoniemen zoeken
Synoniem van Eer
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Eer
De waardeering die wij vinden, de lof dien wij inoogsten. Eer ziet op achting, die ons bij ons leven te beurt valt van de zijde onzer medeburgers: eer en aanzien waren daar zijn deel; naam ziet op de bekendheid (meer of minder algemeen, langer of korter van duur), die we onzen persoon weten te verzekeren; roem is de algemeene bekendheid, die steeds met lof en bewondering van iemand doet spreken en die het gevolg is van grootsche daden en grootsche scheppingen; glorie en luister zien meer op den glans, dien de naam of de roem van iemand in de oogen van anderen heeft. De luister van zijn oud geslacht; de luister zijner daden. Ik heb Napoleon nog gekend in al zijn glorie. Leonidas verwierf zich bij Thermopylae een onvergankelijken roem. Naam wordt ook gebezigd in een kwaden zin. Een naam als Alva zich verwierf is weinig begeerenswaardig.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
eer
eer - voegwoord, zelfstandig naamwoord
1. voordat
♢ het duurde lang eer de bus kwam
2. wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt
♢ de directeur ontving mij, dat was een hele eer
1. ter ere van het jubileum
[vanwege het jubileum]
2. ik heb de eer u mee te delen ..
[het is voor mij heel bijzonder dat ik u mee mag delen ..]
3. hem de laatste eer bewijzen
[bij zijn begrafenis zijn]
4. ik heb het naar eer en geweten gedaan
[zoals ik dacht dat goed was]
5. Jasper doet de tafel eer aan
[hij eet goed]
6. Koen Flink doet zijn naam eer aan
[doet wat bij zijn naam past]
7. het in ere herstellen
[het opnieuw gaan gebruiken]
8. wie gaat met de eer strijken?
[wie krijgt alle bewondering?]
3. door niets of niemand aangetast
♢ het meisje is door die aanranding in haar eer aangetast
Voegwoord: eer
Zelfstandig naamwoord: eer
de eer
Synoniemen
ere, glorie, ongereptheid