cirkel - , vicieuze gang van zaken waarbij men telkens terugkeert tot de situatie die of het punt dat men wilde verlaten. Synoniem: vicieuze cirkelgang. In formele taal: circulus vitiosus. cirkelredenering formele synoniemen: circulus vitiosus en petitio principii. cirkelsector deel van een cirkelvlak dat wordt begrensd door twee stralen en een deel van de omtrek van de cirkel. Een kwadrant omvat een kwart van het cirkeloppervlak.

cirkel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: cir-kel

1. gesloten ronde lijn
♢ het vliegtuig maakt een cirkel in de lucht
1. een vicieuze cirkel
[steeds weer bij het punt van uitgang terugkeren]

Zelfstandig naamwoord: cir-kel
de cirkel
de cirkels
het cirkeltje

Synoniemen
kring, ring