Synoniemen zoeken
Synoniem van brief
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
brief
brief - geschrift met een boodschap, gericht aan een persoon of instantie. In formele stijl schrijven of epistel, maar dat laatste wordt ook in spot gezegd. Taken worden iemand formeel opgedragen met een lastbrief, bevelschrift, mandaat, lastgeving of orderbrief. (Zie verder: opdracht; overeenkomst .) De dienstbrief of missive is officieel van inhoud. Is de ontvanger een lagere functionaris die een opdracht of bevel krijgt, dan is de dienstbrief een bevelschrift, lastbrief of mandaat; een oekaze heeft een Russische tsaar als afzender. Lettre de cachet duidt het soort lastbrief aan waarmee iemand in Frankrijk in de achttiende eeuw werd verbannen of gevangengenomen. Ondergeschikte ambtenaren ontvangen een rondschrijven. Liefde belijdt men in een liefdesbrief of minnebrief. Brandbrieven bevatten een dringend verzoek om iets te betalen of een belofte na te komen. In een bedelbrief vraagt de schrijver om financiële hulp. Ambtelijke brieven noemen we aanschrijving en aanmaning, of waarschuwing als de fiscus of de rechter de afzender is en de geadresseerde nogmaals vraagt om aan zijn verplichtingen te voldoen. Kerkelijke zaken zijn het onderwerp van een brief die een bisschop aan zijn gelovigen schrijft: een mandement. Met een kettingbrief verzoekt de afzender de geadresseerde de brief enkele malen te kopiëren en op zijn beurt weer aan anderen te richten om een voordeel te behalen of onheil te voorkomen.
Zie ook: geschrift.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
brief
brief - zelfstandig naamwoord
1. geschreven boodschap aan iemand
♢ ik schrijf mijn moeder een brief
1. een brief op poten
[een boze, duidelijke brief]
2. dat geef ik je op een briefje
[dat weet ik heel zeker, dat bevestig ik]
3. een aangetekende brief
[waarvan je het bewijs hebt dat hij verstuurd is]
2. bankbiljet
♢ een briefje van honderd
Zelfstandig naamwoord: brief
de brief
de brieven
het briefje
Synoniemen
schrijven