Synoniemen zoeken
Synoniem van Breed
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
breed
breed - zich voor de toeschouwer over een grote afstand van links naar rechts uitstrekkend. Bij een straat spreek je ook van ruim.
Zie verder: groot.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Breed
Ruim en wijd duiden eene ruimte aan, waarin men zich goed roeren, gemakkelijk bewegen kan in alle richtingen; zij zeggen positief hetzelfde, wat onbekrompen negatief uitdrukt. Breed daarentegen geeft alleen ruimte te kennen ten opzichte van één der drie wiskunstige afmetingen. Eene ruime kamer; de wijde wereld; eene breede straat. Onbekrompen wordt veelal figuurlijk gebruikt in den zin van niet beperkt, niet kleingeestig. Eene onbekrompen denkwijze, een onbekrompen geest. Uit de beteekenis van niet beperkt ontwikkelde zich die van overvloedig: een onbekrompen disch, onbekrompen kunnen leven; verder die van vrijgevig, mild: een onbekrompen gastheer. Figuurlijk worden ruim en breed onder andere gebezigd in den zin van gegoed: het niet breed hebben, het niet ruim hebben; breed en wijd in dien van uitvoerig: alles lang en breed vertellen, iets wijd en breed uitmeten; ruim in dien van onbelemmerd: de handen ruim hebben; breed in dien van groot: eene breede lijst van misslagen, en van grof: er met de breede bijl op inhakken (roekeloos met iets omgaan of hard of grof te werk gaan).
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
breed
breed - bijvoeglijk naamwoord
1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant
♢ deze straat is breed
1. een brede rug hebben
[veel kritiek kunnen verdragen]
2. een brede scheiding hebben (bij mannen)
[kaal zijn]
3. brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
2. de genoemde breedte hebben
♢ het schip is drie meter breed
1. het is zo lang als het breed is
[het komt op hetzelfde neer]
3. van grote omvang, veel omvattend
♢ er wordt in brede kring over gesproken
1. wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel bezit, kan veel uitgeven]
2. het niet breed hebben
[arm zijn]
3. al lang en breed
[al lang]
4. het er lang en breed over gehad hebben
[uitgebreid besproken hebben]
5. voor een breed publiek
[van veel verschillende mensen]
6. het breed uitmeten
[overdreven voorstellen]
Algemene uitdrukkingen:
1. wij hebben het niet breed
[wij hebben niet veel geld]
2. wie het breed heeft, laat het breed hangen
[wie veel geld heeft, kan veel uitgeven]
Bijvoeglijk naamwoord: breed
... is breder dan ...
het breedst
de/het brede ...
iets breeds
Synoniemen
uitgebreid, uitgestrekt
Tegenstellingen
bekrompen, krap, nauw, smal