Synoniemen zoeken
Synoniem van bloot
Synoniem van 'n ander trefwoord
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Bloot
Gezegde(s):
• zo naakt als een pier
• zo van de kok
• zoals God ons geschapen heeft
• als ik jou niet had en mijn kleren, liep ik nakend
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bloot
Bloot is onbekleed, ongedekt; naakt is zonder kleederen, ontbloot van alle bedekking en daardoor zichtbaar; kaal, waaraan de natuurlijke bedekking, zooals vederen, haar, bladeren, enz. ontbreekt. Terwijl naakt op het ontbreken van alle bedekking van het lichaam ziet, gebruikt men bloot alleen van deelen van het lichaam, die zonder bedekking zijn, hetzij ten opzichte van een ander voorwerp hetzij in meer algemeenen zin. Men loopt op bloote voeten. Hij lag met alles bloot. Hij draagt het op het bloote lijf Men loopt met het bloote, niet met het naakte hoofd. De pas uitgekomen vogels zijn kaal; de boomen in den winter zijn kaal. Kleeren om het naakte lijf te dekken. De wederdoopers in Amsterdam liepen naakt over de straat. De bloote grond is de ongedekte grond; de kale grond, een grond waarop niets groeit. Bloot heeft ook de beteekenis van zonder eenig hulpmiddel of wapen: met het bloote oog iets zien, de bloote borst den vijand bieden. Hieruit ontwikkelde zich het begrip van zonder iets er bij, alleen. Ik zeg u de bloote waarheid wil zeggen: ik zeg niets meer dan de waarheid. Onder de naakte waarheid verstaat men de onverbloemde, de onbewimpelde waarheid.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bloot
bloot - bijvoeglijk naamwoord
1. zonder bedekking van kleren
♢ toen zij uit de douche kwam, was ze bloot
1. een blote jurk
[die veel bloot laat]
2. op blote voeten
[zonder kousen of schoenen]
Algemene uitdrukkingen:
1. met zijn blote handen
[zonder gereedschap te gebruiken]
2. onder de blote hemel slapen
[in de open lucht]
3. uit het blote hoofd
[zonder hulpmiddel]
4. open en bloot
[heel openlijk]
Bijvoeglijk naamwoord: bloot
... is bloter dan ...
het blootst
de/het blote ...
iets bloots