Synoniemen zoeken
Synoniem van bezigheid
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
bezigheid
bezigheid - datgene waarmee iemand bezig is. Synoniem: activiteit. Bezigheden waaraan iemand veel aandacht besteedt, zijn beslommeringen of besognes (allebei alleen meervoud). Taak of opgave heet een bezigheid waarvan het nodig of wenselijk is dat ze verricht wordt, informeel: bakkie(-an), pakkie (-an). Een ambt is een niet-betaalde taak die in een protestants kerkgenootschap door niet-leden wordt vervuld. Een bezigheid van beperkte duur of omvang is een karwei of, in informele stijl, klus. Een klein karwei is een werkje of, informeel, een akkefietje. Een vervelend karwei heet eveneens een akkefietje, oftewel een corvee, of penitentie.
Zie verder: opdracht.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bezigheid
De verrich¬ting, de uitvoering van iets met het oog op de daaraan verbonden krachts-inspanning en verder de voortbrengselen hiervan. Bezigheid en werkzaam¬heid zijn het tegenovergestelde van ledigheid en drukken dus eigenlijk een toestand van bezig of werkzaam zijn uit. Bij uitbreiding geven zij de daad van iets verrichten aan en alleen als zoodanig zijn zij met arbeid en werk synoniem. Bezigheid is zwakker dan werkzaamheid, daar het slechts te kennen geeft dat men aanhoudend werkzaam is, doch in het midden laat of hier eenige inspanning voor vereischt wordt of niet, en evenmin of er iets door tot stand komt. Hij heeft drukke bezigheden. Het is eene aardige bezigheid voor den ouden man. Werkzaamheid onderstelt daarenboven eene bezigheid, welke iets tot stand brengt door inspanning van krachten. Arbeid en werk drukken uit de inspanning onzer vermogens en krachten om iets te verrichten of tot stand te brengen. Terwijl arbeid meer bepaald de moeite en de inspanning op het oog heeft, welke bij het voortbrengen wordt aangewend, laat werk dit meer in het midden. Daarom spreekt men alleen van zwaren arbeid, doch van zwaar en licht werk. Werk duidt ook het resultaat der krachtsinspanning aan, maar wordt meer van een enkel ge¬wrocht gezegd, arbeid wordt hiervoor ook gebezigd maar ziet meer op de voortbrengselen van de geesteswerkzaamheid en den vlijt. Als werkwoorden staan hier naast arbeiden en werken.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bezigheid
bezigheid - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-zig-heid
1. ergens mee bezig zijn
♢ televisiekijken is zijn voornaamste bezigheid
Zelfstandig naamwoord: be-zig-heid
de bezigheid
de bezigheden
het bezigheidje
Synoniemen
activiteit