Synoniemen zoeken
Synoniem van bediende
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
bediende
bediende - werknemer in een ondergeschikte, dienstverlenende betrekking. Voor de centrale diensten en dergelijke in een kantoorgebouw is de conciërge (zie aldaar) verantwoordelijk. Een koster heeft de dagelijkse zorg voor een kerkgebouw. In de bioscoop wordt bezoekers hun plaats gewezen door een ouvreuse, een vrouwelijke bediende. Het kamermeisje houdt in hotels de kamers in orde. Achter de bar van een café staat een barkeeper of barman. Is dit een vrouw, dan gebruik je de woorden barjuffrouw en barmeisje. In grote gebouwen en instellingen worden bezoekers bij de ingang te woord gestaan door een portier. De functie van de uitsmijter is lastige bezoekers uit een café of nachtclub te verwijderen. Privépersonen hebben een bediende of knecht ; deze heet in België domestiek; archaïstische synoniemen: dienstknecht en dienaar. Zo heeft een koopman een handelsbediende en hadden hooggeplaatste personen in de middeleeuwen een page of edelknaap in dienst. Een hutjongen werkt op een mailboot. Livrei, livreibediende of livreiknecht is een bediende in livrei. Is deze verbonden aan een vorst en werkt hij in een paleis, een kasteel en dergelijke, dan heet hij kamerdienaar of lijfknecht. Huishoudelijk werk verricht een huisknecht of huisbediende; een butler heeft de leiding over het totale huishoudelijke personeel, en in een koloniale huishouding werkt een boy, die uit het land zelf afkomstig is. In musea houdt een zaalwachter, suppoost of oppasser toezicht. Een bode (zie aldaar) brengt berichten en pakjes over. Het werkterrein van een kantoorbediende is een kantoor; uit het synoniem klerk spreekt minachting. Een vrouwelijke persoonlijke bediende noem je een kamerdienares. Helpt ze een vorstin kleden, dan heet ze kamenier of kamenierster. Een Turkse sultan beschikt over de diensten van een odalisk of odaliske.
Zie ook: arbeidskracht.
Zie verder: bode; dienstbode; dienster; kelner.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bediende
Iemand, die in dienst van een ander staat. Dienaar is eigenlijk het algemeene woord en duidt ieder, die dient, aan. Bediende duidt in het algemeen iemand aan, die voor loon dient. Door dienstboden verstaat men hootdzakelijk de bij iemand inwonende per¬sonen, die voor loon huiselijke werkzaamheden verrichten. Dienaar is deftiger dan bediende of dienstbode en veronderstelt een voornamer of ge¬wichtiger werkkring; vandaar dat het gebezigd wordt in samenstellingen als kamerdienaar, gerechtsdienaar, staatsdienaar, enz. Bode is de benaming voor de dienaren aan openbare inrichtingen, als b.v. het stadhuis, provin¬ciaal gouvernement, ministerie, terwijl de dienaar, die daar bij den minister dienst doet kamerbewaarder genoemd wordt. Bij knecht daarentegen staat het denkbeeld van persoonlijke afhankelijkheid meer op den voorgrond; dit is in nog sterkere mate het geval met lakei, dat vroeger voetknecht of lijfknecht beteekende, die de livrei of de kleeren met wapenkleuren van zijn heer droeg. In figuurlijken zin duidt knecht iemand aan, die geen vrijen zelfstandigen wil heeft, letterknecht; dienaar wordt in beleefdheidsformules, als uw dw. dienaar, gebruikt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bediende
bediende - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-dien-de
1. iemand die voor een ander werkt
♢ hij werkt tegenwoordig als pompbediende
Zelfstandig naamwoord: be-dien-de
de bediende
de bedienden of -s
Synoniemen
employé