Synoniemen zoeken
Synoniem van bed
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
bed
bed - voorwerp waarop of waarin mensen slapen. Heeft als informele synoniemen nest en koffer. Een plat woord: vlooienbak. In archaïstische stijl kan men kiezen uit: slaapstede, leger, nachtleger, sponde en legerstede. In scherts: mandje. (Zie verder: slaapplaats.) Een opvouwbaar eenpersoonsbed bestaande uit een metalen, met textiel bespannen frame is een stretcher. Een bed op vier poten is een ledikant, in België beddebak genoemd, en in informele stijl koffer of etui geheten. Een smal tweepersoonsbed is een twijfelaar. Opklapbedden zijn aan de muur bevestigd; overdag kunnen ze worden opgeklapt. Het kantelbed lijkt hierop, maar zit niet zoals een opklapbed vast aan de muur. Een bed dat eigenlijk uit twee naast elkaar geplaatste eenpersoonsledikanten bestaat, is een lits-jumeaux Een divanbed wordt niet alleen als bed, maar ook als divan gebruikt. Op de vloer spreidt men een provisorisch kermisbed. Een veldbed is licht en eenvoudig, en wordt op de grond gespreid om buiten te slapen. Zieken liggen op een ziekbed; iemand sterft op een sterfbed, doodsbed of doodbed.
Zie verder: ligmeubel; slaapplaats.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Bed
Gezegde(s):
• Kaatje-in-de-Wolstraat

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bed
Leger is in het algemeen de naam voor eene ligplaats zoowel van dieren als van menschen. Naast bed gebruikt, denkt men meer aan de ligging. Een veeren bed verschaft u een heerlijk leger. Onder bed verstaat men meer eene ligging in eene afgesloten daarvoor bestemde ruimte. In deze beteekenis wordt leger soms, en in deftigen stijl ook legerstede, gebruikt. Koets wordt weinig gebruikt; in sommige uit¬drukkingen wordt het in gemeenzamen stijl gehoord, in andere is het alleen bij dichters in gebruik. Naar de koets gaan. De echtkoets. (Bilderdijk).

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bed
bed - zelfstandig naamwoord
1. slaapplaats van onderstel met matras erop
♢ het is 11 uur, ik ga naar bed
1. het bed houden
[in bed blijven]
2. het bed met iemand delen
[seks hebben met hem of haar]
3. met je verkeerde been uit bed gestapt zijn
[chagrijnig zijn]
4. met iemand naar bed gaan
[seksuele omgang met hem hebben]
5. zijn bedje is gespreid
[hij gaat gemakkelijk een goede toekomst tegemoet]
6. het bed houden
[in bed blijven wegens ziekte]
7. ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed
[ik denk er steeds aan]
8. iemand van zijn bed lichten
[hem 's nachts arresteren]
9. gescheiden zijn van tafel en bed
[apart wonen, maar nog wel getrouwd zijn]
10. dat is ver van mijn bed
[daar voel ik me niet bij betrokken]
2. stukje tuin met één soort bloemen of planten
♢ opa heeft een bed aardbeien aangelegd
Zelfstandig naamwoord: bed
het bed
de bedden
het bedje
Synoniemen
nest