Synoniemen zoeken
Geen resultaten voor arbeidskracht
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
arbeidskracht
arbeidskracht, persoon die arbeid verricht. Synoniem met werkkracht of werker Een kostwinner of broodwinner moet ook de kost verdienen voor zijn of haar gezin. Stukwerkers worden betaald naargelang de afgeleverde hoeveelheid werk. De handwerksman of ambachtsman beoefent als kleine zelfstandige een ambacht. Werknemers (zie aldaar) werken in loondienst. Een forens of pendelaar moet dagelijks reizen naar en van zijn werk. Iemand die in een bepaalde functie slechts een gedeelte van de tijd werkzaam is, noemt men een part-timer, het tegenovergestelde van full-timer (met volledige werktaak). Aan een medewerker geeft men direct of indirect leiding. (Zie verder: helper.) In een ondergeschikte dienstverlenende betrekking werkt de bediende (zie aldaar). Aan een assistent (zie aldaar) wordt direct leiding gegeven. Voor eenvoudig werk is er de hulp; de hulp van een chef-kok heet aide de cuisine, koksjongen of koksmaat. Hulpkrachten worden tijdelijk ingeschakeld; de aide de fourneau is de hulpkracht van de chef de partie. Voor uiteenlopende klusjes kan een factotum of duizendpoot worden ingezet; informeel van stijl zijn duvelstoejager en [b]manusje-van-alles.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
arbeidskracht
arbeidskracht - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ar-beids-kracht
1. iemand die werkt of kan werken
♢ in ons land is een overschot aan arbeidskrachten
Zelfstandig naamwoord: ar-beids-kracht
de arbeidskracht
de arbeidskrachten