Synoniemen zoeken
Synoniem van altoos
Synoniem van 'n ander trefwoord

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Altoos
Zonder ophouden, onafgebroken. Tusschen altoos en altijd bestaat nagenoeg geen verschil, en beide woorden worden zoowel van het verledene als van het toekomende gebruikt. Bij altijd staat het begrip van voortduring meer op den voorgrond, bij altoos dat van herhaling. Ik heb het hem telkens gezegd, maar hij doet het altoos weer. Hij is altijd (of altoos) een braaf man geweest, en er is geen twijfel aan, of hij zal het ook altijd blijven. Immer slaat, evenals het tegenovergestelde nimmer, alleen op de toekomst. Hij zal zijne grondbeginselen immer getrouw blijven. Immermeer, in beteekenis met immer gelijkstaande, wordt bijna uitsluitend in hoogeren stijl gebruikt. Steeds geeft eene voortduring te kennen, waarin standvastigheid of bestendigheid uitkomt. Hij heeft steeds tot de strijders voor recht en waarheid behoord. Hoewel meest in goeden zin komt het toch ook dikwijls in kwaden zin voor. Hij plaagt het arme kind nog steeds. Hij heeft nog steeds hoofdpijn.