Synoniemen zoeken
Synoniem van afspraak
Synoniem van 'n ander trefwoord

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Afspraak
Zich omtrent iets onderling verstaan. Afspraak geeft altijd eene mondelinge regeling te kennen, overeenkomst, dat doorgaans deftiger is, laat de wijze der regeling in het midden, doch wordt meestal gebruikt van eene regeling op schrift. Men maakt eene af¬spraak doch men sluit eene overeenkomst. He afspraak was te vier uur bij elkander te komen. De beide mogendheden hebben de overeenkomst, waar¬over al zoo lang onderhandeld is, wel gesloten maar nog niet geteekend.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
afspraak
afspraak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-spraak
1. wat je met elkaar hebt afgesproken
♢ we hebben op deze school de afspraak dat er niet wordt gepest
2. wat je met iemand hebt afgesproken
♢ mijn afspraak met de tandarts is om twee uur
3. ontmoeting die je hebt afgesproken
♢ ik heb vanavond een afspraakje met Tatiana
Zelfstandig naamwoord: af-spraak
de afspraak
de afspraken
het afspraakje
Synoniemen
akkoord, deal, overeenkomst