Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

sport

betekenis & definitie

(de), (ook:) recreatie, ontspanning, vermaak.

- Etym.: E sport = id. AN s. = alleen bezigheden als voetballen, tennissen, zwemmen, wandelen enz. -

Samenst. ook: buitensport.

- : voor de sport bw. uitdr., voor de aardigheid, als liefhebberij, vrijwillig. Krijgt Harry geld voor het helpen in die kantine?Nee, hij doet het voor de sport (mond.).