Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

spel

betekenis & definitie

I.(het, -en), (ook, hist.:) dansfeest voor slaven. Bij deze gelegenheid word aan de plantagenegers een spel gegeven, dat is een danspartij, die twee tot drie dagen achter den anderen duurt (Lammens 1846; 1982: 180).

-Etym.: S speri = o.m. id. (a) Vgl. Van Dale: s. = o.m., in Z.-Ned., een dansgelegenheid op de kermis, (b) F.H. Rikken (1907, in Doelwijt 1974) geeft een historiserende beschrijving van een spel, waarbij hij de feestenden ook laat toneelspelen. Als dat juist is, kan gedacht worden aan veroud. AN s. = toneelstuk. Oudste vindpl. Slavenregl. 1777 punt 14.
- Syn. plei.
-: (een) spel geven (gaf, heeft gegeven), (hist.) toestemming geven voor een spel (I), een spel (I) aanbieden. Men zoude daartoe [huwelijksvoltrekkingen] die tijden kunnen kiezen, wanneer men aan de Negers spel geeft, om alzo de vereeniging door een onkostbaar vermaak te doen vieren (Kuhn 1828: 99). Zie ook het cit. onder spel (I). Etym.: Oudste vindpl. publ. van 1777 (S&dS 928).

II. (lidw.?, mv.?), (hist.)

1. span trekdieren. Een ‘spel’ paarden, muilezels of ossen heette in dien tijd een bij elkaar behoorende ploeg van 7 à8 stuks, waaronder 1 of 2 plaatsvervangers, in geval van ziekte. In de molen [suikermolen] liepen er 6 tegelijk (Enc.NWI 76).
2. wacht of waakbeurt van een slaaf in het huis van zijn meester, op de plantage, in de fabriek enz. Intusschen had zij 't minder op de familie gemunt dan op Rosalie ( ) die in de bottelarij mocht wasschen, stijven, strijken, ( ) nooit spel had en het oog op de vrouwelijke bediening moest houden (van Schaick 1866: 59).
- Etym.: (1) Oudste vindpl. Blom 1786. Vgl. E (niet alg.) spell = ploeg (mannen). In N gewestelijk: ‘een spel breinaalden’ = een stel b. (Van Dale). S speri = o.m. soortgenoot. (2) E spell, S speri = o.m. beurt. Oudste vindpl. cit. Op Jamaica bet. E spell een span ossen dat een ‘beurt’ moet vervullen (C&L).

< >