Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

schoppen

betekenis & definitie

(schopte, heeft geschopt), (ook, als ‘slang’ van jonge mensen:) prikkelen tot, aanzetten tot. Ach, hij kan wel tegen een stoot.

En wie heeft hem geschopt om zoveel te drinken? (Rappa 1981: 22). - Etym.: AN ‘schop’ kan fig. betekenen ‘aansporing’.
- Zie ook: schoppend(s).

< >