(het, -huizen), (niet alg.) houten huis. Wanneer ik later door een straat in dezelfde buurt rijd zie ik dezelfde Surinamer op het erf van een vervallen planken huis staan, reden waarom hij niet naar me terugzwaait (van Teylingen 26).
- Etym.: Vgl. S planga-oso (planga = plank; oso = huis) = id.