(de, -s), (hist.) middelste van de drie vertikale walsen (rollers) in een suikermolen. Zie Blom 1786 (oudste vindpl.).
-Etym.: De naam kan berusten op de plaats in het midden. Deze roller heeft ook de voornaamste rol van de drie, want al het suikerriet gaat door tussen deze en een van de twee zijrollers. Al in een publ. van 1781 (zie S&dS 1012) koning genoemd.
- Syn. middenroller. Zie ook: trasroller.