Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

kloppen

betekenis & definitie

(klopte, heeft geklopt), (ook:)

1. in de handen klappen. ‘Klop eens in je handjes...( )’ (kinderversje).
2. masturberen door man. Hij liet het bed zo min mogelijk kraken bij het ‘kloppen’ (men mocht hem horen daarboven!) (Cairo 1977: 100).
- Etym.: (1) In AN veroud. (2) In veroud. AN kan k. bet. ‘geslachtsgemeenschap hebben’ (WNT 1941). Ook klopper (Rappa 1984: 35).